Docent, lerarenopleider en columnist Ton van Haperen startte dit jaar op zijn school met Catwise. Hij klom voor ons in de pen en schreef een gastcolumn over zijn eerste ervaringen.
Door Ton van Haperen
Mijn school begint dit jaar met Catwise Leerlingbespreking, een onderwijsinnovatie met een gerede kans op succes. Leraren, mentoren, leerlingen en ouders communiceren met elkaar zo lang als scholen bestaan. De tool van Catwise maakt het mogelijk die communicatie te verbeteren. Innovatie geworteld in routines, dat werkt op scholen.
Het Nederlands onderwijs worstelt vanaf de invoering van het studiehuis, eind jaren negentig, met innovatie. De collectieve succeservaring blijft helaas uit. Deze malaise resulteert in een vernietigende lerarenreflex. Komt er iets nieuws, dan luidt de reactie, na een diepe zucht, ‘doen we al’ of ‘kan niet’.
Kortom, ga er maar aan staan, voor een vernieuwend product op scholen draagvlak organiseren. Catwise lijkt dat aardig te lukken. Hoe komt dat?
Het product leerlingbespreking is een digitale tool die feedback organiseert voor elke leerling. Die feedback zet aan tot reflectie, overleg en verbetering. En ja, dat deden we al, maar beperkt en selectief. De ene leraar spreekt leerlingen, de ander niet. De aandacht gaat bovendien vooral naar probleemgevallen. Hun ouders ontvangen tweedehands berichten op een ouderavond na de rapportvergadering. En die rapportvergadering, laat ik het zo zeggen: in Frankrijk zitten daar vertegenwoordigers van leerlingen bij, zodat leraren weten dat hun kwaliteitsoordeel door ouders en leerlingen gehoord wordt. De tool van Catwise lost dit informatieprobleem op: alles wordt zichtbaar voor iedereen. De leraar tikt de feedback in het digitaal systeem, de leerling ziet het, maakt een verbeterplan en presenteert dat aan ouders en mentor. Dit digitaal delen van informatie, daarover nadenken, een gesprek, het komt de transparantie rond het leerproces ten goede. Best vooruitgang, bij pubers, vaak teruggetrokken en gestuurd door korte termijn prikkels.
En nee, hiermee zijn de problemen niet de school uit. In het onderwijs is wat telt niet het idee, niet het product, maar de uitvoering. Leraren opgesloten in hun werkdrukmantra, de school faciliteert, maar dan nog, ze moeten het wel doen. Hetzelfde geldt voor leerlingen, die denken, wat een gedoe, ik kan mijn tijd wel beter gebruiken, moet dit echt? Het is uiteindelijk de schoolcultuur die aanzet tot succes. Maar dat neemt niet weg, de tool helpt. Deze vernieuwing is niet ideologisch gestuurd door een alomvattende alles moet anders boodschap, maar geworteld in routines. Feitelijk zegt de innovatie; je doet het al, het kan beter en dat is voor iedereen vooruitgang. Kortom, waarom niet?