Door: Hein Hulshof
Stel: een willekeurige hoogopgeleide, goed verdienende kantoorklerk voelt zich aangesproken door Rutger Bregman die in zijn nieuwste boek ‘Morele Ambitie’ hem bedoelt met een van die ‘miljoenen mensen die vastzitten in suffe, nutteloze of zelfs schadelijke banen’. Na het lezen van dit boek - ‘Bullshitjobs’ van David Graeber had overigens ook een goede aanleiding kunnen zijn, maar dat terzijde - is zijn morele ambitie aangewakkerd als nooit tevoren en hij wil zijn talenten inzetten om het verschil te maken. Genoeg vergaderd! Het voortgezet onderwijs heeft altijd ergens iets in hem aangetrokken. Daar gebeurt het: de jonge generatie die wordt geïnspireerd door bevlogen docenten en zo klaargestoomd voor de toekomst. Vanuit zijn werk heeft hij een schat aan ervaring om te delen, bijvoorbeeld als docent Economie. Hij besluit om zich te verdiepen in werken in het onderwijs, net als vele anderen die zich ook geroepen voelden door Bregmans boek. In welke wereld komt deze potentiële docent dan terecht?
Wie zich via de media enthousiast verdiept in werken in het onderwijs zal al gauw merken dat de aanvankelijke begeestering plaatsmaakt voor scepsis. Het onderwijs is altijd een sector geweest die onderwerp is van discussie, en dit zie je overal terugkomen. In de media wordt vanuit verschillende perspectieven geschreven over het lerarentekort, overvolle klassen, bureaucratie, wisselend (overheids)beleid en de uitdagingen met mondige leerlingen en ouders die in lijn liggen met onze verhardende maatschappij. Het internet staat bol van de artikelen met scherpe analyses van waar het is misgegaan en wat er moet gebeuren om het lerarenvak weer aantrekkelijk te maken. Soms zijn er goede artikelen die een realistisch beeld schetsen van waar zaken misgegaan zijn in het onderwijs en wat er beter moet. Zo verscheen in januari het opiniestuk ‘Geef de leraar weer tijd om les te geven’ in de NRC met een aantal sterke aanbevelingen om het vak aantrekkelijker te maken en het lerarentekort te verkleinen. Helaas stuit je ook op meer sensationele artikelen zoals dit artikel van RTL Nieuws dat onlangs verscheen. ‘Houd je bek of ik vermoord je: docenten denken aan stoppen door toenemende agressie leerlingen’. Pakkende titel, die aanzet tot lezen. Het artikel bevat het ene horrorverhaal na het andere, aangeleverd door docenten zelf. Stoeptegels door de ruiten, leerlingen met tasers mee naar school, bedreiging met een schaar: allemaal waargebeurd en verschrikkelijk om mee te moeten maken. Het laatste restje twijfel over het wagen van de sprong naar het docentschap is na het lezen van dit soort artikelen bij de meeste potentiële leraren de kop ingedrukt. Weg morele ambitie; de kantoorklerk zou wel gek zijn om zijn gouden kooi te verlaten voor deze dierentuin. Maar is die negatieve beeldvorming vanuit de media wel terecht?
Doordat ik er 6 jaar lang bewust voor heb gekozen om als interim-docent te werken heb ik veel kunnen zien en doen. Ik heb op 17 scholen gewerkt en weet één ding zeker: het is een geweldig vak.
Hein Hulshof
Vanuit mijn eigen ervaring vind ik van niet. Ik heb 13 jaar lang lesgegeven aan allerlei doelgroepen: van leerlingen uit het Gooi tot die in het Arnhemse Presikhaaf, van Waalwijk tot Rotterdam, van vmbo basis tot het gymnasium, van het mbo tot internationale schakelklassen: ik denk dat ik een aardig beeld heb van wat werken als docent betekent. Doordat ik er 6 jaar lang bewust voor heb gekozen om als interim-docent te werken heb ik veel kunnen zien en doen. Ik heb op 17 scholen gewerkt en weet één ding zeker: het is een geweldig vak. Als iemand me vroeg wat voor werk ik deed, dan vertelde ik er met trots over. Tuurlijk, ik herken de negatieve aspecten die worden uitgelicht in de media. Lesdagen van 8 lesuren aan overvolle klassen in 4 verschillende krappe lokalen, met leerlingen die niet zomaar je autoriteit accepteren. Het was eerder regel dan uitzondering dat ik direct bij thuiskomst in slaap viel. Wat veel media schrijven over hoge werkdruk vind ik terecht. Wat ze schrijven over mondige leerlingen en ouders vind ik ook herkenbaar, al zie ik dat meer als een maatschappijbrede kwestie. Het is goed dat de media aandacht besteden aan de uitdagingen in het onderwijs, en het is hun taak om kritisch te zijn op dat wat (nog) niet goed gaat. Maar ik vind het ook hun taak om een realistisch beeld te geven van de werkelijkheid. Dat artikel van RTL Nieuws belicht een aantal extreme voorbeelden, waardoor het lijkt dat geen docent meer veilig door het schoolgebouw kan bewegen. Ongetwijfeld een goed belezen artikel, maar wel makkelijk scoren. Mag ik deze journalisten vragen om een tegenovergesteld artikel te schrijven met een aantal extreem positieve voorbeelden? Ik ben er heilig van overtuigd dat de positieve voorbeelden de negatieve met groot gemak in de hoek zetten.
Wat het werken in het onderwijs dan zo mooi maakt? Naast het feit dat je jongeren kennis bijbrengt over je vak en ze zich daarmee ontwikkelen, en dat je een goed gevoel geeft? Heel simpel: het persoonlijke. Dat leerlingen je weten te raken, dat ze je weten te verrassen met hun kijk op zaken en dat ze je vaak en hard aan het lachen maken. Dat je jezelf niet al te serieus hoeft te nemen en dat dit gewaardeerd wordt. Dat je chagrijnig op je werk kunt aankomen en dit al na 5 minuten in de eerste les is verdwenen. Dat leerlingen je op hun manier belonen met positiviteit en hard werk wanneer ze merken dat je zelf ook hard voor ze werkt en positief blijft. Wat je geeft is wat je krijgt, zo heb ik altijd gemerkt. Geef je ongeïnspireerd les? Dan krijg je ongeïnspireerde (en dus al snel vervelende) leerlingen terug. Straal je uit dat je plezier hebt in je werk en gooi je energie in je les, dan krijg je plezier en energie terug. Laat je zien dat je betrokken bent bij je leerlingen, dan waarderen ze dit meer dan je denkt en raken ze meer gemotiveerd. En spreek je vertrouwen en positieve verwachtingen uit, dan presteren ze beter. Leerlingen onderstrepen zelf ook het belang van een betrokken docent. Volgens Hattie hebben excellente docenten ‘oog voor de persoonlijke relatie met leerlingen’, waarbij ‘de leerling zien als individu’ een belangrijke vaardigheid is. (Hattie, 2003).
Catwise helpt scholen om toe te werken naar een feedbackcultuur waarin leerlingen feedback ontvangen gebaseerd op zichtbaar gedrag. Een cultuur waarin docenten niet bang zijn om hun professionele kijk op de ontwikkeling van leerlingen te geven.
Hein Hulshof
En daar komt Catwise in beeld. Waar de leerling vroeger van de mentor hoorde wat de vakdocenten in de leerlingbespreking over hem/haar hadden gezegd (soms niets!) krijgt dezelfde leerling nu persoonlijke feedback van iedere vakdocent afzonderlijk. Dit is voor leerlingen enorm informatief en waardevol. Maar om dit te laten slagen moeten docenten wél de vrijheid voelen om te schrijven wat ze hebben gezien. Vanuit de vele gesprekken met scholen weet ik dat sommige docenten het spannend vinden, of zelfs bang zijn, om feedback te geven. Uit recent onderzoek door CNV Onderwijs blijkt dat het merendeel van de docenten gezagsondermijnend gedrag van leerlingen én ouders ervaart. Ga er maar aan staan! Wat mij betreft zijn er dan 4 opties bij het schrijven van de feedback:
Je houdt je in om discussie te voorkomen. Je feedback is positiever dan het eigenlijk had moeten zijn. De leerling weet dit vaak ook en neemt je hierdoor minder serieus.
Je schrijft eerlijk wat je vindt, geeft je eigen interpretatie en waardeoordeel en accepteert de discussie die erop volgt.
Je geeft bepaalde leerlingen geen feedback, om reacties te ontwijken.
Je doet geen van bovenstaande en geeft gerichte feedback, gebaseerd op waargenomen gedrag, zonder waardeoordeel en eigen interpretatie. Hiermee voorkom je discussies met mondige ouders en leerlingen, en weten leerlingen waar ze staan en waaraan ze nog kunnen werken.
Catwise helpt scholen om toe te werken naar een feedbackcultuur waarin leerlingen feedback á la punt 4 ontvangen. Een cultuur waarin docenten niet bang zijn om hun professionele kijk op de ontwikkeling van leerlingen te geven. Dit doen we door docenten vanaf de start te trainen in het geven van gerichte feedback. Door scholen aan te moedigen ouders vanaf het kennismakingsproces bij Catwise te betrekken. Door speeddates onder collega’s te organiseren waarin men het heeft over de gegeven feedback voordat het gedeeld wordt met leerlingen, en collega’s elkaar ook feedback geven.
Soms krijg ik van een school terug dat ‘leerlingen zich dankzij Catwise meer gezien voelen en helemaal opbloeien na het ontvangen van het feedbackrapport’. Erg mooi om te horen, maar Catwise biedt slechts het raamwerk. Het zijn de docenten die het doen! Het is hun morele ambitie die ervoor zorgt dat leerlingen zich gezien en gesteund weten, en een van de belangrijkste redenen waarom docenten trots mogen zijn op hun vak. Ik hoop dat iedereen met dezelfde morele ambitie zich niet gek laat maken door de extreme berichtgeving in sommige media. Dat ze hier doorheen prikken en weten hoe het écht zit. Dat ze weten welke mooie dingen er gebeuren in onderwijsland, zoals ik zelf altijd heb gezien en nu op scholen nog steeds zie. Als ze vaker wisten hoe het écht zit, zou het lerarentekort dan kleiner zijn?