In een aantal jaren transformeerde het Stedelijk College Eindhoven van ‘zwakke vmbo’ naar ‘schoolvoorbeeld’. Het geheim van opleidingsdirecteur Arjen Daelmans en docent Robbert Pieschel: ontwikkelingsgericht onderwijs. Hoe houden ze het team op de juiste koers en welke rol speelt nascholing daarbij?
Een schoolvoorbeeld van effectief onderwijs. Zo staat het Stedelijk College Eindhoven in de Staat van het onderwijs 2021 te boek. Een knappe prestatie, want acht jaar geleden was de beoordeling ‘zwak’. ‘Om ons onderwijs te verbeteren, formuleerden we een aantal speerpunten in ons schoolplan’, vertelt Arjen. ‘Ons doel is een pedagogische omgeving creëren waarin leerlingen in vertrouwen kunnen werken en waar hun gehele ontwikkeling centraal staat. Wij zijn de schakel tussen basisschool en vervolgopleiding. Wij begeleiden de leerling in zijn ontwikkeling naar de volgende stap.’ Daarom kozen we als school om naast summatieve toetsen meer te gaan werken met formatieve toetsen. ‘We zetten volledig in op ontwikkelingsgericht onderwijs met gepersonaliseerd leren, formatief handelen van docenten en eigenaarschap van leerlingen als belangrijkste pijlers.’
‘Omdat de visie van Catwise sterk overeenkomt met die van ons, kozen we voor deze methode om ons te ondersteunen’, vertelt Robbert. ‘Wij startten een pilot in het eerste leerjaar waarna we er ook in andere jaarlagen mee aan de slag gingen.’ De vlugge start betekende dat Robbert goed moest evalueren. ‘Je stuit in het begin altijd op weerstand. Docenten moeten de meerwaarde van de vernieuwing ondervinden, maar hun feedback is nodig voor verbetering’, zegt Robbert. ‘Alleen als je de feedback gebruikt als basis voor verbetering, creëer je draagvlak voor de cultuuromslag en zijn de ambities uit het schoolplan te verwezenlijken en verankeren’, voegt Arjen toe.
Tijdens de evaluaties kwam feedback geven als belangrijk verbeterpunt naar voren. ‘Docenten gaven vooral complimenten, maar het is effectiever om zichtbaar gedrag te beschrijven en te benoemen. Dat helpt leerlingen in hun ontwikkeling.’ Hierin geeft de methode richting. Arjen en Robbert kozen daarom voor het nascholingstraject van Catwise: ‘Als school willen wij alleen scholing aanbieden over thema’s waar docenten dagelijks in de praktijk mee bezig zijn en die aansluiten bij de punten in het schoolplan. De thema’s van deze nascholing doen dat.’
Tijdens de eerste workshop Gerichte feedback leerden docenten concrete feedback geven. ‘Het effect was direct zichtbaar’, zegt Robbert. ‘Leerlingen krijgen nu constructieve feedback die zij zelf ook als nuttig ervaren.’ Het motiveren van leerlingen bij het maken, plannen en uitvoeren van een actieplan stond centraal tijdens de tweede workshop Plannen met pubers. ‘We leerden hoe je een leerling begeleidt bij het opstellen van een Plan van Aanpak. De interactie tussen docent en leerling is daarbij belangrijk.’ Om het team hier meer handvatten voor te geven, staat er nog een derde workshop met het thema Vraaggestuurd coachen op het programma. Marijn de Vos van Leerlingbespreking.nl geeft aan dat er nog winst te behalen valt wanneer het gaat om het voeren van een driehoeksgesprek: ‘We zien dat het nog veel eenrichtingsverkeer is. Vaak is de mentor vooral aan het woord, terwijl juist de leerling aan zet moet zijn.’
Het Stedelijk College koos ervoor de workshops op aparte dagen te plannen. Marijn legt uit dat elke workshop aansluit bij een moment in de cyclus van de methode. De workshop Gerichte Feedback sluit bijvoorbeeld aan bij het invullen van de tool. ‘Onze onderwijsadviseurs bespreken in een persoonlijk gesprek wat de ontwikkelbehoefte van een school is en welke aanpak daar het beste bij past. Bij het Stedelijk College hebben we ervoor gekozen de workshops te spreiden, op andere scholen kiezen we soms voor een complete studiedag.’ Hoe je de nascholing ook organiseert, je werkt altijd in een kleine groep van maximaal 16 deelnemers. Je gaat met praktisch uitvoerbare tips naar huis. Dat laatste vindt Marijn belangrijk: ‘Dat je de dag erna direct met wat je geleerd hebt aan de slag kunt in je eigen klas.’
‘Collega’s kijken nu op een andere manier naar leerlingen, waarbij het complete kind centraal staat’, vertelt Arjen. ‘Uit de evaluaties blijkt dat leerlingen zich meer verantwoordelijk voelen voor hun leren, de feedback nuttig vinden en de leeromgeving als gezond en veilig ervaren. Zonder een formatieve cultuur en Catwise als houvast hadden we deze doelen nooit bereikt.’ Tegenwoordig vormt deze manier van werken de basis van het onderwijs. Arjen: ‘Het is onderdeel van onze identiteit, dus als je hier les wilt komen geven, moet je je erin kunnen vinden. Het is onze de taak om nieuwe docenten goed te scholen in de werkwijze. Wellicht dat we op termijn een nieuwe ronde nascholingen organiseren om iedereen scherp te houden.’