Het Commanderij College, locatie Doregraaf, een vmbo-school in Gemert wil leerlingen eigenaar maken van hun eigen leerproces. Gerichte feedback geven is daarbij noodzakelijk.
Wanneer zijn school precies gebouwd is, weet afdelingsleider Peter Francken van locatie Doregraaf van het Commanderij College in Gemert niet. Wel kent hij de geschiedenis van de plek: heel lang stond hier de landbouwschool. Ook nadat die school al vertrokken was, herinnerde het gebouw daar nog altijd aan. Na hervormingen in het onderwijs en diverse fusies kwam er zo’n vijftien, twintig jaar geleden nieuwbouw en daar huist nu de vmbo-afdeling van het Commanderij College. ‘Uit die tijd stamt nog de bijnaam die de landbouwschool ooit kreeg: Koeienschool. Soms hoor je dat nog wel bij oude Gemertenaren.’
Om leerlingen maximale kansen te geven is Francken met zijn school vijf jaar geleden een nieuwe richting ingeslagen. ‘Wij willen dat leerlingen meer eigenaar worden van hun eigen leerproces. Daarbij past een andere rol voor de docent. Deze wordt leercoach en de mentor wordt coach. Daarbij hebben we ook de grootte van de mentorgroepen aangepakt. Van mentorgroepen met 28 leerlingen gingen we naar coachgroepen van vijftien maximaal in de onderbouw en achttien in de bovenbouw. Daardoor ken je je leerlingen veel beter.’ Francken vindt dat een dergelijke omslag goed past bij deze tijd, waarin ook straks, na hun schooltijd, meer verantwoordelijkheid van zijn leerlingen wordt gevraagd. Maar er speelt nog iets anders mee, een wat meer pragmatische afweging. ‘Overal in het onderwijs zien we een toenemend lerarentekort. Voorlopig hebben we daar op onze school nog geen last van en willen mensen hier graag werken. Maar dat kan over vijf of tien jaar zomaar anders zijn, waarbij ook wij niet meer alle vacatures ingevuld kunnen krijgen. Onze nieuwe manier van werken zal ons daar minder kwetsbaar voor maken, omdat leerlingen vaker zelfstandig zullen werken en daar een andere vorm van begeleiding nodig is.’
Wat heb je gedaan, wat kun je doen om beter te worden en wat zijn dan je doelen? Zo krijgt een leerling zicht op het eigen leerproces én tips om verder te komen.
Peter Francken - Afdelingsleider
Om leerlingen echt eigenaar te maken van hun eigen leerproces, moet je hen ook goed informeren over waar ze staan. ‘De oude manier van werken met een grote plenaire rapportenvergadering was niet efficiënt. Veel te vaak werd het vergrootglas alleen gericht op die 4 op het rapport. Goede leerlingen werden al helemaal te weinig gezien, meestal omdat daar geen tijd voor was. Daarbij zag ik docenten te veel blijven hangen in wat ze altijd gedaan hadden en te weinig nadenken over wat er nodig was om hun leerlingen verder te helpen. Zij hoefden zich daarover ook niet of nauwelijks te verantwoorden.’
Om daar verandering in te brengen én om de leerlingen beter te kunnen informeren ging Francken op zoek naar geschikte instrumenten. Uiteindelijk viel de keuze van de school op Catwise. Een groot pluspunt noemt Francken de cyclische werkwijze van feedback, feedforward en feedup, die de school al langer voor ogen stond. ‘Wat heb je gedaan, wat kun je doen om beter te worden en wat zijn dan je doelen? Zo krijgt een leerling zicht op het eigen leerproces én tips om verder te komen.’
Na een schoolbrede presentatie bleek het team unaniem enthousiast over de nieuwe aanpak. En toen Francken aangaf dat hij de kar niet in zijn eentje zou gaan trekken, stonden er spontaan twee leerlingcoördinatoren op. Anke van der Wijst en Ralph van der Putten, toevallig allebei docent lichamelijke oefening én leerling-coördinator, zijn voor het team het eerste aanspreekpunt voor alles wat met Catwise te maken heeft. ‘Zij drukken op de knop waarmee het programma open komt te staan, zodat leerlingen de feedback kunnen inzien, zij organiseren de trainingen en beantwoorden vragen van collega’s.’ Zelf is Francken alleen nog op de achtergrond actief. En dat is precies zoals hij dat het liefste ziet: ‘Als afdelingsleider vind ik het mijn belangrijkste taak om voor coaches en docenten te zorgen voor ruimte om zich te ontwikkelen, zodat ze blijven reflecteren op hun taak en plezier houden in hun werk. Zo is het ook hiermee: dit moet echt iets van het hele team zijn.’
14 november was een spannende dag voor het team: de dag van de inwijding. ‘Anke en Ralph hebben daar echt een speciale dag van gemaakt, met een gezamenlijke aftrap ’s ochtends vroeg. Iedereen vulde nog de laatste feedback in. Daarna hebben de mentoren die feedback gescreend op taalgebruik. Leerlingen zijn supergevoelig zijn voor negatieve formuleringen, dus die wilden we vermijden.’
Na de lunch volgden twee uren van speeddates. In tweetallen of kleine groepjes konden coaches bespreken waar ze tegenaan liepen of vragen stellen over bepaalde zaken. ‘Dat werd al snel heel levendig, waarbij teamleden kort en constructief overlegden. Ik heb het een tijdje gadegeslagen vanaf het balkon en zag dat het heel goed uitpakte. Iedereen had het goed voorbereid, wie ze wilden spreken, wat ze wilden vragen, het was echt heel dynamisch..’
In een enquête vroeg ik het team onder meer naar een beoordeling van de oude situatie met rapportvergaderingen en de nieuwe. Daar gaan we van een gemiddeld rapportcijfer van 4,59 naar 7,77.
Peter Francken - Afdelingsleider
Na de tweede feedbackronde wilde Francken weten wat het instrument in zijn school daadwerkelijk teweeg heeft gebracht. ‘In een enquête vroeg ik het team onder meer naar een beoordeling van de oude situatie met rapportvergaderingen en de nieuwe met feedback geven aan leerlingen. Daar gaan we van een gemiddeld rapportcijfer van 4,59 naar 7,77. Dat is echt een enorme stap vooruit’, aldus een tevreden afdelingsleider.
Het succes van Doregraaf zingt inmiddels ook rond binnen het bestuur van de stichting Onderwijsgroep Oost-Brabant. ‘Volgend jaar komt er iemand van een andere locatie meekijken en ik sluit niet uit dat zij ook gaan overstappen. Wij zien het geven van feedback als een uitstekend middel in de transitie die wij willen doormaken naar een (nog) betere school.’